Oude voorschriften onklaar maken

 

Oude uitvoeringvoorschriften van vóór 8 april 2016

voor het onklaar maken van vuurwapens (Categorie 3) (Bijlage II – Regeling Wapens en Munitie)

  • Er moet een nagenoeg kamervullende, stalen pen in de kamer van de loop zijn vast gelast.
  • In de loopmonding moet een nauw passende stalen pen ter lengte van minimaal 30mm zijn vast gelast.
  • In de onderkant van de loop moeten twee gaten met een diameter van 10 mm zijn geboord, waarvan één circa 50 mm voor de kamer en één halverwege de loop.
  • De loop moet zijn vast gelast aan het grendelhuis. Of aan de achterkant van de loop en het inwendige van het grendelhuis, óf doordat een gat van minstens 8 mm in het grendelhuis en de loop, ter hoogte van het schroefdraad is geboord, wat dan weer is dichtgelast, zodat loop en grendelhuis niet meer uit elkaar kunnen worden geschroefd.
  • De grendel moet aan beide langszijden van de magazijnopening aan het grendelhuis zijn vast gelast met twee lange lassen.
  • De haan moet met een las zijn vastgezet.
  • De trekker moet zodanig zijn vast gelast dat deze niet meer kan bewegen.

Pas als aan al deze eisen is voldaan kan het wapen als wettelijk duurzaam ongeschikt voor gebruikt worden beschouwd.